Dank zij mijn miep-miepje, met vlaams accent, was ik vanmorgen in nog geen 4 uur van Keulen naar Harlingen gereden. Af en toe een bezorgde Roel aan de telefoon of alles nog wel goed ging.
Achteraf viel al dat rijden (vrijdag ook al naar Antwerpen) reuze mee. Varen met een 135 meter lang containerschip, dat vindt ik nu moeilijk, vooral omdat het zo groot is en het wat onwezenlijk aan voelt, geen wind in je haren en afstanden zijn moeilijk in te schatten, maar ja daar heb je dan ook al die apparatuur voor nodig.
Van simpele gast en kleine schipper afgelopen weekend, werd ik bij terugkomst op de Wilhelmina, gelijk weer omgetoverd tot kapitein van een grote 2 master.
Hoe dat kan? Nou, dat zit zo; de tuigweek is weer begonnen, dat betekend dat wij deze week 2 leerlingen van de zeevaart school aan boord hebben om klusjes te doen en even te proeven aan de charterwereld. Vanmorgen keken 2 paar ogen mij verwachtingsvol aan terwijl ik aan boord stapte. Michael en Bianca van 15 en 14 waren al om 9 uur present.
Ted had ze al een rondleiding gegeven en was druk bezig ze te voorzien van verlengsnoer en flexmachine om de railing te gaan schuren. Keurig werd ik met u aangesproken en ook Kim deed haar best om iedereen welkom te laten voelen. En zo had ik ineens 4 man personeel aan het werk, en stond ik in mijn zondagse kloffie schipper te spelen.
Toen ik later op de dag ook nog een goedkeurende opmerking kreeg van de garagemonteur omdat ik als vrouw zonder aarzelen de auto op de hefbrug reed, kon niet alleen mijn weekend, maar ook mijn dag niet meer stuk.